top of page
Jean-Yves Staffe

PLURIFORM

Atypisch : zo kan het parcours van Jean-Yves Staffe bestempeld worden.

 

Hij wordt bijna volwassen, als Mei 68 uitbreekt.

Zijn guitige karakterteken werpt hem in de liefde voor de kunst. Eerst en vooral keramiek, voor die jongen uit Henegouwen, die op een paar kilometers van het Franse Sars-Poteries woont. Als leerkracht, verantwoordelijke ambtenaar voor officiële communicatie, gastronomische journalist, geeft hij uiteraard steeds blijk van stijl en aantrekking voor kunst. In zijn gemeente, Grandrieu, draagt hij tot de oprichting van een cultureel centrum bij. In feite zijn het vooral ontmoetingen, die de basis voor zijn kunst zullen leggen, alsmede de verschillende technieken, die hij tijdens die andere, niet professionele, loopbaan zal toepassen.

Deze zal hij zeker niet als een liefhebber uitvoeren. Ontmoeting met Francis Dusépulchre, leerling van Jo Delahaut voor de schilderkunst, met de schilderijen van Soulages, met de accumulatieve beelhouwkunst van Arman, waarvan hij een grote retrospectieve tentoonstelling in het koninklijke

museum te Mariemont organiseert.

 

Ontmoeting met Maurice Wyckaert, die hem ook naar abstractie leidt, met Udo Zembok, plastic en glasbewerker, die hem in de glasbewerking zal inleiden, met handwerkers-keramisten.

 

En een jeugdliefde mogen we ook niet vergeten : de fotografie, die hij steeds tijdens zijn beroepsleven beoefend heeft, dat nu tôt het verleden behoort.

 

Thans beschikt hij dus over meer tijd voor zijn andere grote hartstocht : zijn kunst in de praktijk omzetten...

​

De kunst van Jean-Yves Staffe is wel multiform, maar ook coherent en constant : dit is werkelijk duiken, niet onder het water, maar wel vanuit de lucht.

 

Daar hij aan de grens, in Grandrieu geboren werd, hebben de limieten een betekenis voor hem : het patchwork gevormd door de aarde vanuit de hemel in de laatste schilderijen, gevormd door het netwerk in zijn eerste keramieken, terwijl andere meer abstracte afgebakend worden.

 

Voor die vroegere marxist-leninist heeft dit duidelijke gezichtspunt vanuit een maximale hoogte meer charme dan de ontbinding ervan, naar gelang de bodem, en dus ook de hardnekkige werkelijkheid, nadert.

 

Zijn laatste schilderijen herinneren trouwens aan die landschappen vanuit de hemel ; maar ze zijn ook kleurrijke patchworks, met verzadigde warme, soms gecontrasteerde kleuren, waarin schaduwen van sporen, spookachtige sporen door uitwissen te voorschijn komen zoals bij Eugène Leroy : te vergelijken met de archeologie vanuit de lucht, waarmee uit een landschap de overblijfsels van het verleden naar voren komen.

 

In zijn glassculptuur, zijn gekleurde totems of juwelen verschijnen dezelfde kleurrijke sporen door de doorzichtigheid, door een werkelijkheid, welke minder duidelijk zou zijn.

 

Soms evolueren zijn abstracte samenstellingen, opgesmukte mozaïkwerken, tot een gedegradeerde, verkleurde monochromie, maar altijd in een afgebakende structuur ; deze vormt voor hem een reeks gebieden - de titels ervan -, die tot verkenning leiden....

 

Die indruk van beheerste chaos komt in zijn fotografische kunt tot uiting : eeuwig gevestigde oceaangolven, stil zeeleven met wervelbewegingen

in een perfecte structuur dankzij de omlijsting.

 

Ze herinneren onvermijdelijk aan de olieverfschilderijen van Thieny De Cordier. Maar Jean-Yves Staffe is eerder een "oog »-schilder" d.w.z. met eigen gezichtsvermogen...

​

Bernard Roisin

MET JEAN-YVES STAFFE GAAN WE OP REIS...

Volgens mij is Jean-Yves Staffe een curieus iemand! En dit is weliswaar een dubbelzinnig begrip... .

De wereld interpelleert hem: hij stelt zich vragen, ondervraagt de wereld en, door die te bekijken, komt hij steeds dichterbij. In een eerste fase! Maar niet alleen. Reeds tijdens zijn kinderjaren analyseert hij, leest hij, schrijft hij, ... en creëert hij. Hij is er inderdaad vast van overtuigd, dat fotograferen met schrijven gepaard gaat; achteraf komt daar geen splitsing tussen, maar beide evolueren zelfstandig. Dankzij het schrijven bouwt hij een beroepsloopbaan in de journalistiek en in de kritiek, waarin het delen met anderen centraal staat; door het fotograferen komt de kunst, die hem inspireert, tot uiting. Met de tijd zal hij bedoelde kunst verder ontwikkelen, d.m.v. aanleren en gebruiken van verschillende technieken. Door zijn menselijke contacten, praktisch gebruik van techniek en materie – op de eerste plaats, de primaire, ondoorzichtige aarde – gaan andere perspectieven open, die eveneens bekeken worden en waarmee andere elementen, andere materies aangepakt kunnen worden. Dit geldt voor zuiver glas met zuivere doorzichtigheid! Met verzorgde gekleurde kenmerken wordt zuiver glas een totem... . Met het moduleren van de verticale of horizontale positie ervan in de ruimte zullen enkele totems, volgens het gezichtspunt, een geheimzinnig netwerk vormen, dat dichterbij bekeken dient te worden. Of misschien verder? Een bewoond netwerk – wie weet? ’t Valt te zien.

 

Bernard Roisin, journalist, schrijft: “Jen-Yves Staffe is eerder een “oog”-schilder ...”. Volledig akkoord met dit ludieke en vergelijkende standpunt, dat naar het belang van het bekijken verwijst! Al meerdere jaren vertonen de schilderijen van Jean-Yves Staffe de vertalingen van zijn visuele ondervindingen en opzoekingen. Van meet af aan worden we uitgenodigd, om een weef- en kruissysteem te betreden, waarin innerlijke schaduwen als een verre, voorbijgaande aanwezigheid de dichtheid van het netwerk doorkruisen. Dit dient gevangen, precies op het ogenblijk dat de uitstraling van het verleden plotseling weer naar boven komt.

 

De intense kleur en de dichtheid der lijnen vormen zeer ruime verkenningsnetwerken in het schilderij. Daarentegen biedt op papier de afgegrensde betrekking tussen kleur en lichtsterkte een glasraamachtig aspect, dat het oog hoe dan ook wenst te benaderen.

De tentoonstelling van Jean-Yves Staffe wordt in het Frans “Points de vue en regards” (“Gezichtspunten tegenover elkaar”) betiteld; hoewel ze als een première in het parcours van de kunstenaar beschouwd kan worden, wens ik erop te wijzen, dat hij talrijke hoofdkunstenaars vergezeld heeft en samen met hen zijn kunstwerken getoond heeft. Enkele beroemde namen: Delahaut, Dusépulchre, Alechinsky, Bram Bogart, Folon, Slabbinck, Arman, ... En ook een paar voorbeelden voor de glaskunstwerken: Louis Leloup, Antoine en Etienne Leperlier, Barbara Nanning, ... .

 

Dat heb ik niet van Jean-Yves zelf vernomen, maar wel van zijn vrienden, die graag vertellen!

​

Claude Thoirain

​

Vertaling ​© Marc Lecocq.

RUIMTE EN WEDERAANSLUITING

Jean-Yves Staffe stelt schilderijen uit zijn reeksen "Grondgebied", " Zone", "Sector" en " Streek" voor, alsook stukken uit ineengesmolten glas.

​

Met zijn verschillende reeksen nodigt hij on suit, om een universum uit weven en vermengen binnen te gaan, waarin geheime schaduwen alse en verre, verwijderde aanwezigheid het net doorlopen. Die moet precies daar opgevangen worden, waar de aura van het verleden plotseling weer naar boven komt. Glazen beeldhouwwerken-totems drigen de hele tentoonstelling binnen, en ter ere van de Hopis, het Amerindiaanse volk.

​

"De intense kleur en, de dichtheid der lijnen vormen zeer ruime verkenningsnetwerken in het schilderij. Op papier beidt de afgegrensde betrekking tussen kleur en lichtsterkte een glasraamachtig aspect, dat het oog hoe dan ook wenst te benaderen." (Claude Thoirain)

​

Jean-yves Staffe treedt op en dankzij hem evolueren we van zones naar grondgebieden. Vanuit een analytisch oogpunt gaat de kunstenaar trager, meer gestructureerd te werk. Door variaties in de buitnruimten te bieden, en nog meer dankzij zijn schilderijen op papier, die op glasramen lijken, en zijn glazen structuren, schenkt hij een doordrigende kijk een gelegenheid, om de voor – of achterkant van de illustratie van onze gestructureede omgeving binnen te gaan.

​

Indien de bezoeker als geduldige aanschouwer de tijd neemt, komt het hem toe, de begrippen van consistentie, materie, doorzichtigheid, intersectie, nabijheid, en ook verspreiding,… te verkennen.

​

José Hubert.

bottom of page